Aangifte van schuldvordering

Onder Wetgeving vindt u de verschillende wetten die mogelijk van toepassing kunnen zijn op een faillissement.

Voortaan wordt hier enkel de wetgeving weergegeven die op heden van toepassing is.



HOOFDSTUK 4. - Aangifte en verificatie van schuldvorderingen
Art. XX.155. § 1. Om in aanmerking te kunnen komen voor een uitdeling alsmede om enig recht van voorrang te kunnen uitoefenen, zijn de schuldeisers gehouden aangifte te doen van hun schuldvorderingen, in het register uiterlijk op de door het vonnis van faillietverklaring bepaalde dag. De titels waarop de vordering berust worden aangehecht aan de aangifte. Bij de aangifte worden de identificatie-gegevens van de schuldeiser, alsmede de grondslag, het bedrag en de zekerheden van de vordering nader gepreciseerd.
De schuldeisers worden daartoe verwittigd door een bericht in het register en een rondschrijven dat hun door de curatoren wordt toegezonden in zoverre die schuldeisers bekend zijn.
Het bericht en het rondschrijven vermelden plaats, dag en uur, bepaald voor de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen.
Het register bezorgt aan de schuldeiser een bericht van ontvangst.
§ 2. De verplichting tot neerlegging van de aangifte en bijhorende stukken in het register geldt niet voor natuurlijke personen of voor rechtspersonen die in het buitenland zijn gevestigd, tenzij zij worden vertegenwoordigd door een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent.
De partij die niet verplicht is tot en geen gebruik maakt van neerlegging langs elektronische weg, legt de stukken bedoeld in paragraaf 1 aangetekend of tegen ontvangstbewijs op het kantooradres van de curator zoals in het vonnis aangegeven neer. De curator converteert de ontvangen stukken in elektronische vorm en verklaart ze gelijkvormig.
§ 3. De Koning kan de vorm bepalen waarin de aangifte moet worden gedaan.
§ 4. De aangiften worden ingediend in de taal waarin het faillissementsvonnis is uitgesproken. Zij kunnen evenwel ook gedaan worden in een andere nationale taal of in het Engels.
De bijlagen bij de aangifte mogen gevoegd worden in de taal naar keuze van de aangever.
De rechtbank kan de vertaling van de aangifte en de bijlagen vragen aan de aangever die hiervan de kosten moet dragen.
Art. XX.156.[1 De aangifte van elke schuldeiser bevat:
- zijn identiteit, zijn ondernemingsnummer en in voorkomend geval zijn beroep en woonplaats of, indien het een rechtspersoon betreft, zijn ondernemingsnummer, zijn maatschappelijke benaming en zijn [2 zetel]2;
- het bedrag en de oorzaken van zijn schuldvordering, de eraan verbonden voorrechten, hypotheken of zakelijke zekerheden op roerende goederen, en de titel waarop zij berust.
Is dat niet het geval, dan kunnen de curatoren de schuldvordering verwerpen of beschouwen als niet preferente schuldvordering.
Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen drie maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring, tenzij het faillissement eerder wordt afgesloten, en vermeldt naam, voornaam en adres van de natuurlijke persoon die zich kosteloos persoonlijk zeker heeft gesteld voor de gefailleerde, bij gebrek waaraan deze bevrijd is.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(2)<W 2023-06-07/07, art. 225, 122; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

De verificatie van de schuldvorderingen


Art. XX.161.[1 Uiterlijk op de in het vonnis van faillietverklaring bepaalde dag leggen de curatoren het eerste proces-verbaal van verificatie neer in het register.
Na respectievelijk zes en twaalf maanden na de datum van het vonnis van faillietverklaring, leggen de curatoren in het register een aanvullend proces-verbaal van verificatie neer waarin zij het eerste proces-verbaal van verificatie overnemen, de aangehouden vorderingen verifiëren en de schuldvorderingen verifiëren die sedertdien werden ingediend. Dit geldt ook wanneer er geen wijzigingen zijn opgetreden ten aanzien van het voorgaande proces-verbaal van verificatie.
De curatoren kunnen in het eerste en tweede proces-verbaal de schuldvorderingen aanvaarden, aanhouden tot de volgende verificatie, of betwisten. Tussen deze processen-verbaal kunnen zij aan de rechtbank de betwistingen voorleggen betreffende de schuldvorderingen die zij wensen te aanvaarden of te betwisten. [2 Behoudens wijziging in het register op initiatief van de schuldeiser en aanvaard door de curator, worden de gegevens zoals opgegeven bij de aangifte van schuldvordering geacht correct te zijn.]2
De [2 betwiste schuldvorderingen]2 worden beslecht met toepassing van artikel XX.163. De curator roept de betrokken schuldeiser bij, een ter post aangetekend schrijven of via het register op voor de rechtbank, voor de behandeling van de betwisting, op dag en uur te bepalen in overleg met de griffie.
De aangiften van schuldvorderingen van de werknemers van de gefailleerde, aangenomen in hun geheel of provisioneel, worden onmiddellijk door de curatoren bezorgd aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers.
Vorderingen tot opname van schuldvorderingen waarvan de opname overeenkomstig artikel XX. 165, derde en vierde leden, gevorderd wordt na de neerlegging van het laatste proces-verbaal van verificatie, worden ingeleid bij dagvaarding betekend aan de curatoren.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(2)<W 2023-06-07/07, art. 227, 122; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

BEZWAAR TEGEN OPNAME OF AFWIJZING VAN VORDERINGEN:


Art. XX.162. [1 De gefailleerde en de schuldeisers kunnen tegen de verrichte en te verrichten verificaties bezwaren inbrengen binnen een maand na de uiterste datum zoals bepaald in artikel XX.161 voor de neerlegging van het proces verbaal van verificatie.
Legt de curator het proces-verbaal van verificatie later neer dan de datum zoals bepaald in artikel XX.161, dan neemt de termijn pas een aanvang vanaf de datum van neerlegging van het proces-verbaal.
Het bezwaar wordt aan de curatoren en aan de schuldeiser wiens vordering wordt tegengesproken betekend bij een deurwaardersexploot. Hierbij worden de curatoren en de schuldeiser, alsmede de gefailleerde voor de rechtbank gedaagd teneinde uitspraak te horen doen over de schuldvordering waartegen bezwaar is ingebracht. De gefailleerde wordt door de curatoren verwittigd met uitnodiging om te verschijnen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>


Art. XX.163. [1 Op de dag bepaald voor de behandeling van de betwistingen beslist de rechtbank, zonder voorafgaande dagvaarding, zo mogelijk bij een enkel vonnis, over alle betwistingen. Dit vonnis wordt gewezen, nadat de curatoren, de gefailleerde en de schuldeisers die bezwaren hebben ingebracht en zij die aangifte hebben gedaan, indien zij verschijnen, zijn gehoord. Tegen het vonnis staat geen verzet open.
De betwistingen die niet onmiddellijk in beraad worden genomen, worden afzonderlijk en verder behandeld volgens de gewone rechtspleging met voorrang boven alle andere zaken.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>